Risicofactoren onttrekkingsverschijnselen: hoe kiest u een schema?
Voorlichting en begeleiding is cruciaal
Het is bekend dat patiënten die abrupt of binnen enkele dagen stoppen met een SSRI of een SNRI risico lopen op het krijgen van onttrekkingsverschijnselen (20-78%). Bespreek daarom vooraf met de patiënt de risicofactoren en bepaal vervolgens samen het afbouwtempo en de bijbehorende doseringsstappen.
Het advies is om patiënten die een groter risico hebben op onttrekkingsverschijnselen een langer afbouwschema met kleinere doseringsstappen (conform tabel 3) voor te stellen.
Referentie: Praktische toelichting op multidisciplinair document
Bron 1: Praktische toelichting op multidisciplinair document
Bron 2: Multidisciplinair document
Bron 2: Multidisciplinair document
Minimale dosis per antidepressivum1
Bron 1: Praktische toelichting op multidisciplinair document
Bron 1: Praktische toelichting op multidisciplinair document
Onttrekkingsverschijnselen1
Het is bekend dat patienten die abrupt of binnen enkele dagen stoppen met een SSRI of een SNRI risico lopen op het krijgen van onttrekkingsverschijnselen. Het optreden van onttrekkingsverschijnselen wordt ook wel het antidepressivumdiscontinueringssyndroom (ADS) genoemd.1
- Griepachtige verschijnselen
- Slaapstoornissen
- Maagdarmproblemen
- Sensatie van elektrische schokken
- Psychische klachten als angst, somberheid en prikkelbaarheid
Bij het optreden van ernstige onttrekkingsverschijnselen kan het advies gegeven worden de dosering weer te verhogen. Dit betreft dan de laagste dosering waarbij er geen ernstige onttrekkingsverschijnselen zijn ervaren. Dit helpt ook om het onderscheid tussen onttrekkingsverschijnselen en een terugval (recidief) helder te krijgen.2
Bron 1: Praktische toelichting op multidisciplinair documentBron 2: Multidisciplinair document